Evenement
Sprint 1
Hoe ga ik om met positieve of negatieve feedback?
Workshop van half uur
In deze workshop ga je postieve en negatieve feedback geven.
Inhoud
- oefening (5 minuten)
- uitleg positieve feedback (2 minuten)
- uitleg negatieve feedback (2 minuten)
- oefening (5 minuten)
- Verslag (5 minuten)
- extra
Oefeningen
Maak tweetallen.
Oefening A:
Persoon 1: vertel kort iets wat is gelukt, maar wel lastig was. Iets over school of sport of thuis, dat maakt niet uit.
Persoon 2: luister goed en vraagt ‘Hoe is je dat zo goed gelukt?’
Oefening B:
Persoon 2: vertel kort iets wat is gelukt, maar wel lastig was.
Persoon 1: luister goed en vraag: ‘Hoe is je dat zo goed gelukt?’
Positieve feedback
Goed positieve feedback geven:
- Zeg iets aardigs over wat de ander doet, leert of probeert
- Zeg iets dat je echt meent
- Vriendelijk gezicht
- Duidelijk praten
Goed reageren op positieve feedback
- Goed luisteren
- Vriendelijk kijken
- Bedanken
Negatieve feedback
Goed negatieve feedback geven
- Voorkom om zijn-uitspraken te doen (jij bent irritant).
- Geef doe-uitspraken (jij doet irritant)
- Hou het bij jezelf (ik voel, ik denk, ik vind)
Oefeningen
Maak gebruik van dezelfde tweetallen als bij de eerste oefening.
Oefening A:
Persoon 1: vertel wat je niet leuk vindt aan de school, de 20-dag
Persoon 2: geef hier eerst positieve feedback op en daarna negatieve feedback.
Persoon 1: reageer op de feedback
Oefening B:
Persoon 2: vertel wat je niet leuk vindt aan de school, de 20-dag
Persoon 1: geef hier eerst positieve feedback op en daarna negatieve feedback.
Persoon 2: reageer op de feedback
Verslag
1. Schrijf één gesprek (van de laatste oefening) uit. Wat zei jij, wat zei de ander.
2. Geef daarna antwoord op de volgende vragen:
- Wat heb je geleerd in deze workshop?
- Wat zou je willen gebruiken bij jouw scrumgroep?
- Wat zou je anders doen?
Filmpje --> klik hier.